Partij voor de Dieren staat twee minuten stil bij slacht­offers jacht en stroperij

Bellingwolde, 24 december 2018 - De Partij voor de Dieren heeft op maandag 24 december bij Bellingwolde een wake gehouden voor de slachtoffers van de plezier- en beheerjacht en van stroperij. Deze was georganiseerd door fractievoorzitter Ankie Voerman. Directe aanleiding was de vondst van twee geslachte reeën op het veld bij Bellingwolde. De partij heeft er vorige week schriftelijke vragen over gesteld aan het college van Gedeputeerde Staten in de provincie.

Raadslid in de gemeente Westerwolde Edith ter Horst van de Partij voor de Dieren was aanwezig bij de wake. Zij stelt dat mensen gerust kunnen genieten van wild, maar "schiet op wild naar believen, maar met je camera in plaats van met het geweer!” Statenlid Kirsten de Wrede: "De manier waarop jagers met wilde dieren tekeer gaan, is symptomatisch voor de gewetenloze manier waarop mensen de aarde denken te kunnen misbruiken voor hun eigen belangen". De partij doet op kerstavond de oproep aan iedereen om geen dieren meer te eten en zo een steentje bij te dragen aan het verminderen van dierenleed.

De twee reeën waren letterlijk in tweeën gesneden, waarbij het achterlijf (met het meeste vlees) was meegenomen en de rest in het veld was achtergelaten. Tienduizenden dieren vinden jaarlijks in onze provincie de dood door de jacht, al dan niet binnen de regels van jacht en beheer. Daaronder zijn bijvoorbeeld zo’n duizend reeën en vossen, maar ook meer dan drie duizend wilde eenden, terwijl bekend is dat er daar steeds minder van zijn.

Zo vlak voor Kerst leek het de partij een goed moment om stil te staan bij de miljoenen dieren die alleen al in Nederland door jacht en stroperij een gruwelijke dood sterven. Naar schatting wordt twee tot drie keer zoveel dieren aangeschoten, maar leven (nog een tijdje) door met hagel of kogels in hun lijf. Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat één op de drie ganzen en kleine zwanen met hagel in het lijf vliegt. Daarnaast zorgen jagers voor veel onrust in het kleine beetje natuur dat we nog hebben en verspreiden zij dierziektes.